Samenvatting mondeling examen Geschiedenis 6de middelbaar 2016
Dit is een samenvatting voor de cursus geschiedenis van het 6de middelbaar in het Sint-Romboutscollege Mechelen.
Disclaimer: dit is slechts een samenvatting. Ik probeer deze zo volledig mogelijk te maken maar ik raad toch aan om je notities nog eens te bekijken!
De Koude oorlog
1. Begin van de koude oorlog
1.1 De relaties tussen grootmachen tijdens de tweede wereldoorlog
De tweede wereldoorlog kon alleen gewonnen worden als men ging aanvallen op twee fronten. Dit aan de kant van de Sovjet-Unie en aan de kant van West-Europa (Amerika, Groot-Britannië…)
Terwijl men nog aan het vechten was, werden er al afspraken gemaakt wat ze zouden gaan doen na de oorlog, wat met Duitsland en zijn gealieerden?
Men ging hiervoor conferenties organiseren waar de verschillende grootmachten aanwezig waren.
1.1.1 Atlantisch charter
Tijdens de eerste conferentie werd het “Atlantisch charter” opgesteld.
Afspraken:
- Een systeem van collectieve veiligheid uitbouwen
- Economische samenwerking tussen volkeren bevorderen
- Hoe de rechten van de bezette landen hersteld zouden worden
Maar wat met de Sovjet-Unie? Men vertrouwde hen niet:
- Ze stapten eenzijdig uit de eerste wereldoorlog (de vrede van Brest-Litovsk)
- Ze hadden een niet-anvalspact met nazi-Duitsland gesloten voor de wereldoorlog
- Politiek en ideologische standpunten clashte
1.1.2 De Conferentie van Teheran
Aanwezigen:
- Stalin
- Roosevelt (Amerika)
- Churchill (GB)
Afspraken:
- Grootschalig tweede front in Frankrijk
- In de Baltische staten zou er een referendum georganiseerd worden om de toekomst van het land te bepalen. De SU had immers een oogje op de staten geworpen
- VS bepaalt vredesvoorwaarden ten opzichte van Japan
- Oprichting Verenigde Naties met vier politiemannen: de S, Sovjet-Unie, Groot-Britannië en China
- Een deel van Polen zal worden afgestaan aan de Sovjet-Unie zoals afgesproken in het Molotov-Von-Ribbontroppact. Polen krijgt ter compensatie een deel van Duitsland
1.1.3 De Conferentie van Moskou
Conferentie tussen GB en SU.
Afspraken om Oost-Europa in “invloedssferen” op te delen:
- Roëmnië en Bulgarije kwamen onder de invloedssfeer van SU
- Griekenland onder de invloedssfeer van GB
- Hongarije en Joegoslavië werden 50/50 verdeeld
- Joegoslavië zelfstandige communistische koers
- Hongarije onder bewind van de SU
1.1.4 De Conferentie van Jalta
Afspraken:
- Stalin beloofd 3 maanden na het einde van de oorlog de oorlog aan japan te verklaren
- ER zouden verkiezingen worden georganiseerd in het bevrijde Europa, maar concrete afsrpaken ontbreken.
- Duistland wordt verdeeld in 3 bezettingszones: Frankrijk, Sovjet-Unie, VS en GB.
- Geen consensus over een toekomstige Duitste staat
1.2 Einde van de oorlog
1.2.1 De Conferentie van Postdam
Oorlog is voorbij grote vraag = wat met Duisland?
Afspraken:
- Duitsland meot gedemilitariseerd en gedenazificeerd worden
- Iedere geailieerde moest herstelbetaling uit eigen bezettingsgebied halen
- De vier bezettingsgebieden werden behouden tot een definitieve regeling over Duitsland.
1.2.2 Verre Oosten
Japan bleef verder vechten. Zoals beloofd verklaarde Stalin de oorlog aan Japan en bezette het noordelijke gebied van het Koreaanse schiereiland.
VS test hun manhattenproject door twee atoombommen te gooien op Nagasaki en Hiroshima.
De Japanse keizer gaf zich over na deze acties.
1.3 Start van het communisme in Oost-Europa
Europa was totaal verwoest na de oorlog, economie lag plat, miljoenen slachtoffers van de oorlog.
De Sovjet-Unie wilde niet voor een derde keer aangevallen worden door Duitsland dus bouwde een sterke bufferlaag op tussen hen en Duitsland.
De VS ging de Sovjet-Unie hier nog meer wantrouwen. Ze vreesden dat het communisme zich nog meer ging verspreiden over de wereld.
In de tussentijd hielp de Sovjet-Unie communistische regimes in landen zoals Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Polen aan de macht.
Dit deden ze op de volgende manier:
- Maakten na de oorlog eenheidsregering aan waar grote posten werden gegeven aan communisten (defensie, justitie, …)
- Men ging andere strekingen vervolgen waardoor andere partijen werden uitgeschakeld.
- Uiteindelijk zouden ze alle vormen van vrije meningsuiting en vrije politieke ideeën afschaffen
1.4 Griekenland, de Trumandoctrine
1.4.1 Griekenland
Na de oorlog ontstond er in Griekenland een machtvacuüm waarvan de communisten gebruik maakten om de macht te grijpen.
Maar GB was hier niet mee akkoord, Griekenland was strategisch te belangrijk om zomaar los te laten.
De Britten hielpen dus een democratische regering aan de macht. Hiermee waren de communisten niet akkoord en er onstond een burgeroorlog.
Na een tijd werd duidelijk dat de Britten dit niet konden volhouden wegens te weinig geld door de slechte economische situatie na de wereldoorlog.
De VS zag het als een grote bedreiging moest Griekenland in communistische handen vallen want andere omringende landen zouden snel volgen.
HHiervoor stelden de president Truman en zijn minster van buitelandse zaken Marshall een plan op.
1.4.2 Trumandoctrine
De Trumandoctrine was het plan van Truman om het comminisme te kunnen weerstand bieden:
- Indammingspolitiek of containmentpolitiek: communisme moest binnen de huidige grenzen blijven.
- Landen buiten de communistische invloedssfeer mochten niet ten prooi vallen aan het communisme. Hiervoor ging de VS politiek, financiële en zelfs militaire steun bieden aan deze landen.
1.4.3 Marshallplan
Het Marshallplan zou het praktisch instrument zijn om de Trumandoctrine uit te voeren.
Het hield in:
- Financiële hulp bieden aan Europeese landen om hun economie te kunnen herstellen en een verhoogde koopkracht te bieden (ook goed voor Amerikaanse economie). Verder zou dit ervoor zorgen dat landen niet vallen in politieke extremen zoals het communisme.
- De economische hulp werd ook aan de Sovjet-Unie geboden maar Stalin weigerde dit. Hij wilde in geen elk geval samenwerking met West-Europa. Hij richtte dan maar de COMECON op voor Oost-Europeese landen
1.5 De Duitse kwestie
Na de oorlog was Duitsland in handen van de vier grootmachten.
De Sovjet-Unie drong sterk aan op herstelbetalingen. Hiervoor was de VS niet te vinden omdat ze vonden dat dit een poging was om Duitsland te verzwakken.
Voor de West-Europeese landen was het duidelijk dat ze baat hadden bij een sterk economisch duitsland.
Het plan was:
- Economische integratie van de westelijke zones moest verbeterd worden door de fusionering van Amerikaanse, Britse en Franse zones
- Westerse zones krijgen hulp van het Marshallplan
- Het economische bestuur zou opnieuw in West-Duitste handen gegeven worden
Uitvoeringen:
- Nieuwe Duitse mark om de inflatie tegen te gaan
- Deze Mark zou niet in de door Sovjets gecontrolleerde gebieden mogen gebruikt worden
- Volwaardige West-Duitste staat moest opgericht worden, GB en Frankrijk waren hier geen vragende partij in. Daarom vroegen ze een zekere waarborg in de vorm van bescherming tegen de eventuele agressie van de Sovjet-Unie. Dit werd dan de NAVO. Rusland volgde iets later met het Warshaupact
- West-Duitsland werd een onafhankelijke staat de BDR (Bundesrepblik Deutschland). De Sovjets volgden hierna ook met de DDR (Demokratsche Replublik Deutschland).
1.6 Uitdeiningen van de koude oorlog
1.6.1 Kernproeven in de Sovjet Unie
Amerika en Duitsland waren tijdens de oorlog al langer bezig met atoomwapens. Toen Duitsland overwonnen werd waren de Duitse wetenschappers die al aan het werken waren aan atoombommen zeer gegeerd.
Nadat Amerika had laten zien hoe sterk atoombommen wel waren met Hiroshima en Nagasaki was het duidelijk voor de Sovjet-Unie dat ze hierin ook moeten investeren.
In augustus 1949 hadden ze al hun eerste successvolle test. Dit was tamelijk beanstigend voor de VS omdat ze dachten dat ze voorstonen op gebied van kernwapens en zo altijd een middel hadden om zich te kunnen verdedigen.
1.6.2 De Volksrepubliek China (VRC)
China was na 1911 (nadat ze de keizerlijke dynastie omver hadden geworpen) een onstabiel land. Er waren oorlogen tussen krijgsheren, China was haar status als regionale grootmacht kwijtgeraakt door de opgelegde eisen van het westen…
In deze situatie kwamen er twee partijen aan te macht:
- Kuomintang onder leiding van Tsjang Kai-Tjesk: China ontdoen van westerese negatieve invloed en china opnieuw hereningen
- Mao Zedong: wilde hetzelfde maar dan als communisme
Er ontstond een militair conflict tussen deze twee groepen.
In 1939 viel Japan, China binnen. Japan werd een gemeenschappelijke vijand. Maar hoewel ze nu tegen Japan vochten was het nog steeds de communisten tegen Kuomintang tegen de Japanners.
Uiteindelijk wonnen de communisten met steun van de Sovje-Unie. Dit werd als een sterke nederlaag gezien voor de VS en een signaal dat het communisme snel aan het uitbreiden was.
1.6.3 De Koreaanse oorlog
In de laatste dagen van de tweede wereldoorlog had de Sovjet-Unie het Noord-Koreaanse schiereiland (voorheen eigendom van Japan) bezet. Het was land was dus verdeeld in twee op de 38° breedtegraad.
Het noorden had een communistische regering van Kim Il-Sung en het zouden zou na verkiezingen in 48 een regering krijgen.
Kim Il-Sung wilde Korea vereningen hiervoor gingen ze oprukken naar het zuiden wat snel terrein verloor. Hierdoor moest de VS ingrijpen en drong de Noord-Koreaanse troepen terug en kwam zelfs tot aan de grens van de Sovjet-Unie en China. De Amerikanen hadden toen het plan opgevat om Korea te herreningen onder Westers gezag. Maar hier was de Sovjet-Unie en China niet mee eens en drong de troepen terug tot de 38° breedtegraad. Hierna werden er vredesonderhandelingen gestart en werd er besloten het land terug te herverdelen.
De landen sloten nooit en vrede en het is technisch gezien nu nog altijd in oorlog.
Dit conflict zorgde ervoor dat de Trumandoctrine ook werd toegepast in het Oosten en dat de VS vanaf nu ook militaire steun ging bieden. Hiervoor werden ook de West-Europeese legers sterker gemaakt en opmerkelijk ook het West-Duitse leger onder toezicht van de NAVO.
2. De Koude Oorlog na Jozef-Stalin: 1953 - 1962
2.1 Destalinisatie
Na de dood van Stalin kwam er een nieuwe leider: Chroestjov. Hij begon toen hij aan de macht kwam met een destalinisatie:
- personencultus van Stalin werd bekritiseerd
- strafkampen werden bijna volledig afschaft
- straat en stadsnamen werden veranderd
- standbeelden van stalin werden wegghelaad.
Ook ging de Sovjet-Unie terug praten met de andere westerse grootmachten. Zo kwamen ze overeen dat Oostenrijk, voorheen ook opgedeeld in bezettingszones net zoals Duitsland, onafhankelijk mocht worden mits neutraliteit.
Hoewel deze politiek dus milder en vrijer was dan tijdens de tijd van Stalin werden Oost-Europese landen die ook wat meer vrijheid wilden toch streng aangepakt.
2.2 De Hongaarse opstand van 1956
Een vreedzame betoging mondde uit in een massaal protest. Men protesteerde tegen de Russen, communistische symbolen werden vernield.
Het Hongaarse leger hielp de demonstraten zelfs door wapens aan hun uit de te delen.
De communistische partije was genoodzaakt om de vluchten naar de Sovjet-Unie. De nieuwe Hongaarse regering stapte uit het Warshaupact, alles was op het eerste zicht in kannen en kruiken: de revolutie was geslaagd.
Maar de Sovjet-Unie greep hardhandig in door het Warshaupact te sturen en de Sovjet heerschappij werd hersteld.
Het Westen greep niet in uit vrees voor een direct conflict met de Sovjet-Unie.
2.3 De Berlijnse Muur 1961
Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland verdeeld in bezettingsgebieden. Hoewel Berlijn lag in het deel dat gecontroleerd was door de Sovjet-Unie was het niet helemaal onder controle van de Sovjet-Unie. Het werd in twee verdeeld: een deel voor het Westen en een deel voor de Sovjet-Unie.
Sommige Duitsers wilden niet onder het Sovjets gezag leven en vluchtte naar west Berlijn. In 1961 was Chroestjov genoodzaakt om de prikkeldraad, die al vanaf de verdeling aanwezig was, te upgraden naar een echte muur. Oost en West Berlijn waren nu gescheiden door een muur en een niemandsland met mijnen.
2.4 Cubacrisis van 1962
Sinds 1902 was cuba onafhankelijk maar in de praktijk had de VS nog steeds (economisch) een grote invloed. In de jaren 50 zal Generaal Batista een staatsgreep plegen met hulp van de VS. Maar in 1959 zou Fidel Castro en Che Guevara de generaal tot en nederlaag leiden.
Het nieuwe cubaanse regime koos voor het communisme.
2.4.2 DE mislukte invastie in de Varkensbaai
In 1961 wilde de VS het regime omver werpen door Cubaanse ballingen die getraind zouden worden door Amerikaanse militairen. Uiteindelijk mislukte dit plan.
2.4.3 Naar een nieuwe wereldoorlog?
Als gevolg van deze poging van de VS om Fidel Castro af te zetten zocht Cuba toenadering naar de Sovet-Unie.
Dit was een doorn in het oog voor de Amerika: een commnistisch land in het centrum van de westerse wereld.
Doordat Cuba deze toenadering had gezocht gingen regelmatig verkenningsvluchten uitvoeren rond Cuba.
In oktober 1962 ondekten ze dat er kernraketten geplaats waren. Eerste wilde de president hard reageren op deze vaststelling maar onder druk van zijn minster van defensie hielden ze het op een militaire blokkade.
De president verzocht Cuba om de kernraketten te verwijderen maar hieraan werd geen gehoor gegeven. Uiteindelijk werd een akkoord gesloten tussen Kenedy en Chroustjov. Ze zouden de kernraketten op Cuba verwijderen als de VS hun raketten in Turkije en in Italië zou verwijderen.
Ze spraken af om in een vreemdezame coëxistentie te leven (= détente), ze spraken af om politieke geschillen niet te laten escaleren tot militaire conflicten.
3. Détente
3.1 Kernwapenbeheersing
3.1.0 MAD
MAD staat voor Mutual Assured Destruction. Dit betekent concreet dat er een gegarandeerde wederzijds vernietiging was.
Dit hangt samen met het idee van second strike capability. Wanneer één partij een atoomwapen zou gebruiken zou de andere partij meteen klaarstaan om opnieuw een atoombom te gooien. Het was dus gegarandeerd dat als één van de twee partijen zou aanvallen die partij er ook aan zou gaan.
3.1.1 Non-proliferatieverdag 1968
Uit vrees dat de kennis van kernwapens te ver zou verspreiden en uiteindelijk iedereen kernwapens zou maken werd het non-proliferatieverdrag opgesteld.
Hierin werd vastgelegd welke landen nog kernwapens mochten bouwen en er onderzoek naar mochten doen.
Dit waren: VS, Frankrijk, China, USSR (Sovjet-Unie) en Groot-Brittanië. Hen werd wel verboden andere te helpen bij de opbouw van kernwapens, ze zouden alleen mogen helpen met vreedzame kernenergie.
De staten die geen kernwapens hadden of mochten hebben mochten er ook geen wetenschappelijk onderzoek naar doen. Men besloot ook om stilaan over te gaan tot een ontwapening.
3.2 Ostpolitik
Men ging proberen om de situatie in Duitsland te normaliseren:
- De grenzen van het toemalige Duitsland werden herkend door DDR, BDR en USSR.
- Er werd een Duits-Russisch niet-aanvals verdrag getekend in 1970
- In 1973 werd de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa geopend.
3.3 De praagse Lente 1968 en de Breznjevdoctrine
3.3.1 De Praagse lente
Na de tweede wereldoorlog kwam Tsjecho-Slowakije snel onder de invloedssfeer van het communisme.
In de jaren 50 heerste er een heus schrikbewind. Politieke tegenstanders van het communisme werden vervolgd en er verdwenen zelfs mensen. Mensen mochten ook niet vrije reizen en er heerste een censuur.
In de jaren 60 werd de politiek iets losser en konden er wat meer vrijheden verworven worden. Mensen konden weer openlijk spreken en ze dachten dat er nog meer vrijheden zouden te verwerven zijn.
Alexen Dubcek leidde toen de nieuwe garde politici en kondige een nieuw communisme af. Nog altijd communisme maar dan democratischer en vrijer. De censuur werd bijvoorbeeld volledig afgeschaft.
Deze ideeën waren populair onder de bevolking en er gingen zeer liberale documenten rond onder de bevolking die de communistische partije bekritiseerde. Dit was voldoende voor het Warshaupact en de orthodoxe conservatieve communisten om met geweld binnen te vallen in Tsjecho-Slowakije.
Men reageerde hierop met geweldloos verzet. Men ging wegwijzers onleesbaar maken en eten aan de soldaten weigeren. Men was ontgoocheld: hun eigen kammeraden kwamen hun belegeren.
3.3.2 Brezjnevdoctrine
De opvolger van Chroestjov - Brezjnev zou veel harder handelen dan zijn voorganger.
Binnen het communistisch blok werden tegenstanders harder aangepakt. Het was de top van de Sovjet-Unie die bepaalde welk land communistisch was en welk niet. Hij ging dus opstanden hard tegen de grond drukken. Dit zagen we onder andere in Praag.
3.4 Vietnam 1965 - 1975
Vietman was een kolonie van Frankrijk sinds 1887. Tijdens de tweede wereldoorlog werd het bezet door Japan.
Onder deze omstandigheden onstand er een bevrijdingsbeweging de Vietmihn onder leiding van de communistische Ho Chi Minh. Zij zouden strijden tegen de Japanners maar ook tegen de Franse overheersing. Zij waren dus voor volledige onafhankelijkheid.
Dit zag Frankrijk niet zitten en bombaarde dus de hoofdstad. Toen trad de containment politiek van de VS in gezien Ho Chi Minh een communistische staat wou oprichten.
In 1954 zorgde dit ervoor dat het land opspliste in Noord en Zuid. Toen was er een tijdelijke vrede. De bedoeling was om Vietnam terug één te maken. Er zouden verkiezingen volgen waarvan het bijna zeker was dat communistische deze zouden winnen. Maar de VS saboteerde de verkiezingen omdat ze vonden dat ze niet eerlijk zouden zijn.
In 57 brak er een oorlog uit tussen Noord en Zuid. Het Noorden werd gesteund door de troepen van de Vietcong. Het Zuiden werd gesteund door de VS.
In 1963 werd door president Kennedy beslist om tegen 1965 alle troepen uit Vietnam terug te trekken omdat ze zagen dat het op een sisser zou uitdraaien. Helaas toen Kennedy in datzelfde jaar vermoord werd en Johson de fakkel overnam koos de nieuwe president ervoor om het militaire offensief in Vietnam te versterken.
Onze de bevolking begon er ook een anti-oorlogsklimaat te ontstaan. De Vietcong bleek een lastige tegenstander te zijn, 58.000 soldaten stierven in de oorlog en 300.000 kwamen gewond terug.
Twee belangrijke gebeurtenissen sterkten dit gevoel nog meer aan:
- Tet-offensief in 1968: de Vietcong deed regelmatig verassingsaanvallen op posten van de VS, de VS sloeg echter wel even hard terug en de Vietcong werd ernstig verzwakt
- My Lai Massacre: in maart 1968 vielen de Ameriken het dorpje My Lai aan. Ze doodden 500 burgers waaronder ook kinderen, baby’s en ouderen.
President Nixon ging hierna de troepen geleidelijk uit Vietnam terugtrekken. Met president Ford waren alle troepen weggetroken in 1975.
Uiteindelijk werd in 1976 Vietnam herenigd als Seocialiste Republiek Vietnam.
4. Naar een ‘nieuwe Koude Oorlog’: de periode Reagan
4.1 Nixon
Nixon had enkele dingen op internationaal vlak verwezenlijkt:
- Terugtrek uit Vietnam
- Handelbetrekkingen met communistisch China
- Wapenlevering aan Iran tijden de Jom-Kippoeroorlog met als gevolg het olie embargo van de OPEC tegen het westen waardoor een economische crisis zou ontstaann
Nixon was ook betrokken bij een schandaal: het Watergate Scandal. Hij had de opdracht gegeven om de democratische partij tijdens de verkiezen af te luisteren. Hij heeft na dit schandaal zelf ontslag genomen.
Hij werd opgevolgd door Gerald Ford. Maar deze werd niet opnieuw verkozen in de verkiezingen in 1976 wegens de besmeurde reputatie van zijn partij en administratie.
4.2 Jimmy charter
Jimmy Carter ging voor stabiliteit en meer openheid:
- Verlaging van het defensiebudget
- Kernwapens in Zuid-Korea weghalen in de hoop dat de Sovjet-Unie zich ook zou ontwapenen
- Hij bouwde het SALT systeem verder uit
- Kwam op als vredesstichter met de Camp David-akkoorden tussen Egypte en Israël
4.2.1 Iran
Maar niet alles was rozengeur en manenschijn. Er waren problemen in Iran:
- De bevolking was ontevreden over het regime van de Sjah (in 53 aan de macht gebracht met hulp van de VS). Het regime stond erom bekend om geweldig en repressief te zijn. De veiligheidsdienst was niet bang voor folteringen of moorden te plegen.
- Khomeini werd de voorman in deze revolutie. In 1979 kwam het protest tot uitbarsting en was de Sjah genoodzaakt om het land te ontvluchten en onderdak te zoeken in de VS
- De Islamitsche Republiek van Iran was een feit
- De revolutionairen dachten dat de VS het hier niet bij zou laten en de Sjah terug aan de macht zou helpen
- De Amerikaanse ambassade werd aangevallen door een spontaan studentenprotest
4.2.2 Afghanistan
Een tweede probleem was de situatie in Afghanistan. In 1979 kwam er een Sovjet invasie in Afghanistan.
Carter reageerde hier nogal zwak op door een graanembargo voor de Sovjet-Unie (wat vooral lokale landbouwers in de VS trof) en een boycot van de Olympische spelen in Moskou
De oorlog in Afghanistan is zo tot stand gekomen:
- Afghanistan had een complexe samenleving: de mensen op het platteland eenderzijds, die traditioneler ingesteld waren, en de mensen in de steden anderzijds die meer progeressiever ingesteld waren
- In 1978 plegen onafhankelijke communisten een staatgreep. Ze vermoorde de onpopulaire autoritaire president
- Er werden een aantal regels opgesteld door de nieuwe leiders die onpopulair waren door de traditioneel ingestelde bevolking
- Seculiere staat: mannen moest hun baard afscheren, verbod op boerka
- Verbod op bruidsschat, gedwongen huwelijk, meisjes mochten onderwijs volgen
- Landbouwhervormingen waarbij er staatsboerderijen zouden gevestigd worden
- Tegenstanders werden gevangen genomen, gemarteld of geëxecuteerd
- Deze maatregelen zorgde ervoor dat er meer tegenstanders waren voor deze revolutie. Ook soldaten uit het legeren deserteerden. Daarom ging men hulp zoeken bij de Sovjet-Unie.
- De Sovjet-Unie wou hen helpen omdat men anders vreesde dat ze zich gingen richten tot de VS en dat ze daardoor door pro-westerse landen omsingeld zouden worden
- Maar inval in 1979 liep niet van leien dakje
4.3 Reagan: een heropflakkering van de koude oorlog
De Amerikaanse bevolking vond dat Nixon te soft was geweest. Reagan zou het weer harden spelen.
Hij nam enkele beslissingen in het militair kader:
- steun aan verzetsstrijders in Afghanistan
- Defensiebudget vergroten met het idee dat de Sovjet-Unie hetzelfde ook zou doen en hieronder economisch zou gaan lijden.
- Plaatsing kernwapens in Europa. Landen terughoudend want dan zouden de Sovjets ook hun landen kunnen bombarderen
5. Einde van de Koude oorlog in zicht
5.1 Van boekoeling tot breekpunt
Slechte situatie in Sovjet-Unie:
- Russische economie leed onder aanslepende oorlog in Afghanistan
- Confrontatie met enorm begrotingstekort
- Slecht draainde economie
- Verouderde industrie
- Boze en ontereden bevolking die huiverde naar een meer vrije samenleving
- Sovjet-Unie kon de nieuwe Amerikaanse wapen-wedloop niet meer volgen
5.2 Gorbatjsov: Glasnost & Perestrojka
Na de dood van Breznijev kwam Grobatsjov aan de macht. Hij ging een hele reeks hervormingen doorvoeren.
5.2.1 Glasnost
Glasnost betekende openheid. Bedoeling om een open politiek te voeren zodat de bevolking zich meer betrokken zou voelen bij de staatsideologie.
Had andere gevolgen:
- Meer open houding zorgde voor meer vrijheid in de satelietstaten
- In de satelietstaten geldde er een meer vrije meninguiting. Er kon openlijk kritiek gegeven worden op de Sovjet-Unie, had als gevolg een golf van protest van de bevolking.
- Openheid op vlak van internationale politiek: relaties met de VS gingen verbeterd worden
5.2.2 Perestrojka
Perestrojka staat voor hervormingen revolutie:
- Monopolie van de staat in de economie werd afgebouwd
- Vrijere economie
- Private ondernemingen werden toegelaten om de Russiche economie te herstellen.
5.3 Desintegratie van Communistische Oost-Europa
5.3.1 Solidarnosc (Polen)
- Half verboden vankbond. Door steun van de Paus en de CIA werd het terug toegelaten in Polen
- Vakbond komt terug als volwaardige partij. In de verkiezingen komen ze op en winnen voor het verkiesbare deel in het parlement (50%)
- De grootste satelietstaat was aan de macht van Moskou onttrokken.
- Er ontstond een golf van gelijkaardige eisen en hervormingen in de Sovjet-Unie
5.3.2 Sleuteljaar 1989
5.3.2.1 Hongarije en Tsjecho-Slowakije
In 1989 opent Hongarije haar grens met Oostenrijk. Dit zorgt ervoor dat er tienduizenden Oost-Duitsers een passage hebben om West-Duitsland te bereiken. Het ijzeren gordijn is gevallen in Hongarije. Hongarije zal in oktober andere partijen toelaten, een einde aan het eenpartijsysteem was er gekomen.
In Tsjecho-Slowakije:
- Fluwelen revolutie
- Schrijver Vaclav Havel doet een burgerrechten beweging ontstaan
- Op 17 november wordt een studentenprotest neergeslagen
- Bevolking verontwaardigd en gaat massaal op straat
- Vreedzame betogen, enkel sleutelgerinkel: signaal het is genoeg geweest ga maar terug naar huis (aan de regering)
- Uitendelijk beslist de communistische partij om verkiezingen te houden. Vaclav Havel wordt de eerste president.
5.3.2. Duitse Democratische republiek
- Willy Brandt (BDR) probeerde relaties te verbeteren
- Intern in de DDR was het helemaal anders.
- Leider Hernicker was veel strenger
- Hernicker pakte tegenstanders op en zette hen het land uit
- De geheime politie was ook immens en iedereen verklikte iedereen
- Oost-Duitsers zagen hoe het er aan toeging in Polen en omstreken maar in hun eigen land konden ze niets doen
- Door ziekte neemt Hernicker afstand van de macht in de DDR in oktober 1889
- Egon Krenz volgde hem op en er kwamen een aantal hervormingen
- Er wordt bekendgaakt in een slecht voorbereide persconferentie dat Oost-Duitsers vrij mochten reizen.
- Val van de muur
Thema Europa
1. De Europeese eenmaking
2.1 Europa na 1945
Problemen na de tweede wereldoorlog:
- Hoe gaan we de rivaliteit tussen landen tegengaan en een nieuwe wereldoorlog voorkomen?
- Hoe kan het democratisch Europa de opkomst an het communisme tegengaan
- Wat kan Europa nog betekenen vergeleken met de grootmachten zoals Amerika en de Sovjet-Unie.
- Hoe moet Europa economisch herstelt worden.
Antwoord: samenwerking.
Hoe?
- Federalisme of confederalisme
- Met de koude oorlog was het duidelijk dat de staten hun souverniteit wilde bewaren en dus werd er niet gekozen voor federalisme, een sterke centraal staat, maar confederalisme
Eerste stap: economische samenwerking:
- Marshallplan gaf financiële steun aan de Europeese landen
- Economsiche samenwerking was ook nodig
- 1948: oprichting Organisatie voor Europeese Economische samenwerking (16 landen)
- Eerste supranationale instelling: EGKS: Europeese Gemeenschap voor Kolen en Staal
- Leden: Frankrijk, Duitsland, Belgie, Nederland en Italië
- Doel industrie van kolen en staal onder controle brengen van de supranatiale natie. Uiteindelijk was het hart van de kolen en staal het Rurhgebied in Duitsland en dat zou de basis zijn geweest voor beide oorlogen
- 1957: ondertekening van de verdragen van Rome. Hier werd besloten de EEG op de richten: Europeese Economische gemeenschappelijke
- doel gemeenschappelijke economische markt oprichten en vrij verkeer van goederen en diensten
- Deze instanties versmelten eind jaren 60 in de Europesee Gemeenschap (nog steeds met zes)
In 1992 werd met het verdrag van Maastricht dit omgevormd tot de Europeese Unie. Drie pijlers:
- Economische en monetaire samenwerkingen
- Een gemeenchappelijk buitenlands-en veiligheidsbeleid
- Samenwerking op het gebied van justitie en asiel
- In 2002 werd de eurozone opgericht, niet alle landen van de EU maken deel uit van de eurozone. Bv. Groot-Brittanië
2. De Europeese instellingen en wat Europa nu eigenlijk doet
2.1 De raad van de Europeese unie
Hier worden politiek problemen besproken. Het is een raad van ministers van de lidstaten. Dus als men wilt spreken over economische problemen dan gaan de minsters van economie of financieeën bij elkaar zitten.
Er is één pernamente voorzitter: Donald Tusk.
Wanneer men spreekt over een Europeese “Top” dan heeft het men over het samenkomen van regeringsleiders.
2.2 De Europeese commisie
De Europeese commissie bereid Europeese wetten en beleid voor.
De uitvoering ervan wordt uitbesteed aan het Europeese parlement.
De comissie bestaat uit commesarissen met elk een eigen beleidsdomein en een eigen administratie. Elk land vaardigt haar comisseris uit en het parlement beslist dan of deze aangenomen of verworpen wordt.
2.3 Het Europeese parlement
- Het Europeese parlement wordt rechtstreeks verkozen tijdens verkiezingen
- Elke lidstaat mag enkele parlementsleden leveren
- Het aantal parlementsleden is niet volgens grootte van het land, anders zou het oneerlijk zijn.
- Taken:
- Werking van de Comissie controlen
- bespreekt Europeese wetten en worden goedgekeurd samen met de Raad
- Het behandelt de EU-begroting en moet deze goedkeuren samen met de raad
2.4 Wat beslist Europa nu allemaal
Kerntaken EU: economie en handel
- Handelsakkoorden worden onderhandeld binnen de Europeese comissie
- Landen die de euro als munt hebben behoren tot de Eurozone. Zij hebben een gemeenschappelijk monetair beleid
- Geïntegreerde markt in de EU vereist productiestandaarden, veiligheidsvoorschriften en controle op de marktwerking (monopolie tegengaan, oneerlijke concurrentie…)
- Sociale regelgeving ligt moeilijk
- Schenzenzone: vrij verkeer van goederen en diensten (onder vuur door problematiek vluchtelingen)
Thema: politieke geschiedenis België na 1945
- Grote tegenstellingen tussen Vlaanderen en Walonië:
- Wallonië had een moderne economie gebasseerd op staal en kolen.
- Vlaanderen was landbouwgericht
- Veel werkloosheid in Vlaanderen. Vlamingen verhuisden naar Walonië om daar werk te vinden
- Verschil tussen Waals en Vlaams. In 1898 werd Vlaams als officiële taal toegelaten
- De Walen vonden dat de Vlamingen profiteerden van Walonië. Er ging te veel geld van Walonië naar Vlaanderen
- Doordat er veel officieren tijdens de wereldoorlog Frans spraken werd het stigma tussen Walen en Vlamingen nog groter. Vlaamse bewegingen kwamen op.
- Vlaamse colloberatie om Waalse militaire tegen te werken
- Na de tweede wereldoorlog viel de Vlaamse colloberatie zwaar bij de Walen.
- Tegenstelling tussen Walonië en Vlaanderen tijdens koningskwestie:
- de koning had tijdens de oorlog met Hitler onderhandelt, de regering stelde een referendum op of Leopold II nog verder mocht blijven regeren. De vlamingen vondon in de meerderheid van wel. De walen vonden in de meerderheid van niet.
- Leopold deed uiteindelijk troonafstand om Boudewijn te laten regeren.
- Andere breuklijn: schoolstrijd
Oplossingen voor economische verschillen: eenheidswet.
- Eyskens wilde met de eenheidswet een aantal regide regels doorvoeren die de economie er weer boven zouden helpen
- Regels vooral nadelig en belastend voor de werknemer
- reeks grote stakingen volgden
- uiteindelijk kreeg Eyskens het er door in het parlement doordat de christelijke vakbond het ACV weigerde zich solidair te tonen met de Waalse arbeiders en wilde niet ingaan tegen de plannnen van de christen-democraat Eyskens
- Walen vonden dat Vlaanderen en vooral de CVP alles bepaalde
Nog problemen:
- Leuven Vlaams (in 1968) waar studenten op straat kwam om de universiteit in twee talen te splitsen
De druk om de unitaire staat op te heffen wordt te groot en er worden maatregleen genomen.
1.1 Eerste staatshervorming 1970
- Opsplitsing van het land:
- Cultuurgemeenschappen: Waalse, Vlaams en Duitste
- Gewesten of politieke gemeenschappen: Vlaamse, Waalse en Brusselse
Het probleem was Brussel: moest Brussel een eigen gewest krijgen en tot welke gemeenschap behoorde dit dan?
Dit was een eerste stap maar het liet nog aan wensen over. De invulling van gewsten was vaag gehouden en het geval Brussel was verre van geregeld.
Egmontpact zou hierin verandering proberen te brengen maar kon niet worden gerealiseerd door een vroegtijdige val van de regering Tidemans.
1.2 Tweede staatshervorming in 1980
- Hervorming van cultuurgemeenschappen. De cultuurgemeenschappen zouden niet alleen mogen beslissen over cultuur maar over alle persoonsgebonden aangelegenheden. Ze kregen elk een parlement en regering.
- Bevoegdheden van gewesten werden vastgelegd en kregen elk een parlement en regering.
- Over Brussel werd nog niets beslists
1.3 Derde staatshervorming 1988-1989
- Oprichting Brussels Hoofdstedelijk gewest
- Hoofdstekelijke raad
- Hoofdstedelijke regering
- UItbreiding bevoegdheden gemeenschappen en gewesten
- Onderwijs ging tot de bevoegheden van de gemeenschappen behoren.
1.4 Vierde staatshervorming onder Dehaene in 1993
- Sint-Michiels akkoorden
- België werd vanaf nu in de grondwet een federale staat genoemd
- Parlementen van gewesten konden vanaf nu rechtstreeks verkozen worden
- Deelstaten mochten zelf verdragen sluiten met andere landen
1.5 Vijfde staatshervorming 2001
- De Walen verkregen een herfinanciëring van de gemeenschappen om dat hun onderwijs nood had aan geld
- Vlaanderen verkreeg (onder druk van de nationalisten) meer bevoegdheden voor de gewesten
- Provenciaal en gemeentelijke wetten mochten nu door de gewesten worden beslist
1.6 Resultaat
Na vijf staatshervormingen is de federale staat veel van haar bevoegdheden kwijt. Nu heeft het nog bevoegdheden die in belang zijn van alle Belgen zoals buitenlandse-en binnenlandse zaken, denfensie, sociale zekerheid, justitie, defensie, financiën.
Thema: De dekolonisatie
1. Interbellum
Na de eerste wereldoorlog werden de eerste kiemen gezaaid voor een dekolonisatie.
De Amerikaanse president Wilson sprak over het veertienpunten plan waarbij het zelfbeschikkingsrecht der volkeren een belangrijk deel was. Dit was vooral gericht op Europa en het Ottomaanse rijk maar het verpsreidde zich ook naar andere kolonies.
Tijdens WOI werden er ook veel hulptroepen gebruikt van Franse en Britse kolonies.
Engeland ging in 1931 ook de Commonwealth oprichten. Een gemeenschap van staten die voleldig zelfbestuur kregen. Het staatshoofd van deze landen bleef de Britse vorst.
2. Na de Tweede wereldoorlog
2.1 Azië
Na de tweede wereldoorlog waren de kolonisatoren veel van hun prestige verloren. In landen die waren bezet door Japan was dit het sterkst. Want nadat Japan verloren was en deze landen verliet wilde ze niet meer onder het gezag komen van hun Europeese bezetters.
2.1.1 India
In 1947 kreeg India één van de belangrijke kolonies van Groot-Brittanië haar onafhankelijk. Dit was het resultaat van de vreedzame verzetsbeweging van Ghandi en Nehru.
In India waren er twee grote religieuse groepen: de hindoes en moslims. In 1947 werd er bij de onafhankelijk van India afgesproken om het in twee te splisten: het islamitische pakistan en het hindoestaanse India.
India werd wel deel van de Commonwealth.
2.1.1 Het Midden-Oosten en Noord-Afrika
Na het uiteenvallen van het Otomaanse rijk werden de gebieden verdeeld in mandaatgebieden.
Het werd verdeeld onder de Fransen en de Britten.
Tijdens de tweede wereldoorlog wilde men niet dat de gebieden in Duitse handen zouden vallen:
- De gebieden waren rijk aan olie
- De Brittsen vreesden dat ze de gebieden gingen gebruiken om gemakkelijk Noord-Afrika in te kunnen nemen
De Duitsers probeerden de positie van Frankrijk en Engeland te verzwakken in deze gebieden door de onafhankelijkheidsbewegingen te steunen.
Dit leidde tot een Brits-Irakeense oorlog en tot het bezetten van Syrië door de Britten (omdat het deel dat Syrië beheerde van Frankrijk samenwerkte met de Duitsers).
Na de oorlog kregen de gebieden hun onafhankelijkheid.
Probleemgebied Palestina
Vanaf 1917 zou er naar dit gebied een grootte Joodse migratie op gang komen. De Britten beloofden daar een Joodse staat te steunen. De immgratie nam nog meer toe nadat Palestina na de eerste wereldoorlog een Brits mandaatgebied werd. Tijdens de tweede wereldoorlog werd de Joodse immigratie nog groter.
Nadat de Britten in 1948 het mandaatgebied verlieten riepen de Joden de onafhankelijkheid uit, het werd Israel.
De Arabische landen en bevolking van Palestina kwamen in opstand maar uiteindelijk kreeg Israel de overhand.
2.1.2 Sub-saharah Afrika
Door de dekolonisatiegolf in Azië was het onvermijdelijk dat dit zich ook zou verder zetten in Afrika. Daar waren er regios in het bezig van Groot-Britanië, Frankrijk en Portugal.
De kolonisten had ook door dat de onafhankelijkheid onvermijdelijk was op middellange tot lange termijn. Maar dit proces werd door de grote roep van het volk versneld.
Congo
- Regio rijk aan grondstoffen: vele Belgische mijningsbedrijven actief
- Grote seggregasie:
- Congoleesen werden niet betrokken bij administratieve zaken of bestuur
- Mochten niet in blanke bioscopen, cafés etc… Alleen evoluées, Congoleesen die zich hadden aangepast aan de Westerse levenswijze kregen meer rechten.
- Er onstonden politieke partijen en bewegingen die telkens een ander accent legden:
- Patrice Lumumba: unitaire staat
- Kasavubu: wou fedratie met regionale structuren op etnische basis
- Tsjhombe: wou geen unitair Congo met economisch zwaartepunt in Katanga.
- In 1955 werd het dertigjarenplan opgesteld met als doel Congo voor te bereiden op onafhankelijkheid over 30 jaren.
- Congoleesen waren niet akkoord met dit verdrag en ketsen het af.
- Er braken rellen uit in 1959 en men begint te spreken over onafhankelijkheid
- Op 30 juni 1959 werd de onafhankelijkheid toegekend met als president Kasavubu (pro-Belgisch) en Lumumba als premier
- Boudewijn gaf een nogal pro-Belgische, wij-hebben-hier-alles goed gemaakt, waarop Lumumba zelf tegen de Belgische dominatie een weerwoord gaf.
- Na de onfhankelijkheid was er onvrede van de Afrikaanse troepen tegen de monopolie van het blanke oficierenkorps.
- Massale vlucht van aanwezige Belgen terug naar België
- Katanga riep de onafhankelijkheid af
- Lumumba zocht steun bij de VN om de situatie terug onder controle te krijgen
- Lumumba vond het akkoord van de VN niet bevredend genoeg en zocht steun bij de Sovjet-Unie
- Ook een andere regio die ethnisch verschilde scheurde zich af van Congo: Kasaï
- Lumumba zou afgezet worden door de stafchef van het leger: Mubutu. Lumumba zou eerst kunnen kunnen vluchten maar daarna terug opgepakt worden en verdwijnen.